Logo KSBN

De Koehorst-Formule

De magische Koehorst formule

Hoe vergelijk je de prestaties van verschillende atleten met elkaar? In de Nederlandse kettlebellsport wordt er gebruikgemaakt van de Koehorst formule. Volgens het reglement luidt deze als volgt:

SCORE = ((kettlebellgewicht/6)^A) * ((lichaamsgewicht+100)/lichaamsgewicht) * ((B^aantal

herhalingen)*aantal herhalingen) / C

Waardes A, B & C verschillen per onderdeel en worden regelmatig geüpdatet.

Maar wat betekent deze formule? Het reglement geeft wel een beetje toelichting, maar zelfs voor iemand die wiskunde heeft gestudeerd, is het nog een behoorlijke puzzel om er een goed gevoel voor te krijgen. In deze post proberen we dat gevoel te krijgen door middel van grafiekjes en voorbeelden.

Het eerste dat opvalt, is dat de score afhangt van het kettlebellgewicht, het lichaamsgewicht van de atleet en het aantal herhalingen (reps). Logisch. Verder staat er dat deze factoren onafhankelijk van elkaar worden meegenomen: er is een factor voor kettlebellgewicht, een voor lichaamsgewicht, en een voor het aantal herhalingen, en die drie worden met elkaar vermenigvuldigd. Dit maakt het een stuk makkelijker om de formule te begrijpen. In de rest van het artikel gaan we voor de grafiekjes uit van iemand van 75kg die 62 herhalingen longcycle heeft gedaan met 16kg.

Voor de uitleg is het makkelijk om te beginnen bij het lichaamsgewicht: een hoger gewicht betekent een lagere score. De invloed is relatief klein, zo krijgt iemand van 75kg maar 12.5% minder punten dan iemand van 60kg, terwijl het verschil in lichaamsgewicht 25% is. Let op, het betekent NIET dat degene van 75kg ook 12.5% meer herhalingen nodig heeft voor dezelfde score; dat hangt ook af van het aantal herhalingen.

Wat betreft het aantal herhalingen valt op dat de score niet met gewoon het aantal herhalingen vermenigvuldigd wordt, maar met de factor reps * Breps. Intuïtief komt het erop neer dat de herhalingen steeds moeilijker worden, en dus een steeds grotere bijdrage leveren aan de score: het verschil tussen 10 en 20 herhalingen is een stuk kleiner dan het verschil tussen 60 en 70 herhalingen.

Als we deze twee factoren nu samen nemen, en kijken naar hoe groot het verschil in herhalingen is bij een gegeven score, dan ziet dat er zo uit:

Voor longcycle komt het er dus op neer dat er ongeveer 1 herhaling per 2kg lichaamsgewicht extra nodig is voor dezelfde score, en dat dit aantal toeneemt naarmate het aantal herhalingen groter wordt. Zoals in de grafiek te zien is, is (om dezelfde score te behalen) het verschil tussen iemand van 75kg en iemand van 60kg 6.7 herhalingen als de zwaardere 62 herhalingen doet, terwijl het verschil 9.6 herhalingen als de zwaardere 97 herhalingen doet. Ter vergelijking: voor snatch is dit ongeveer 1 per 1kg lichaamsgewicht rond de 150 herhalingen.

Naarmate een atleet sterker wordt, kan die mogelijk wel een zwaarder gewicht aan. De factor A (exponent van kettlebellgewicht) heeft de grootste invloed op de balans tussen het kettlebell gewicht en het aantal herhalingen. Het doel hier is om aan te moedigen relatief zware kettlebells te gebruiken, maar dat het aantal herhalingen niet té laag wordt. 

Hieronder een aantal voorbeelden van welke gewichten/herhalingen equivalent zijn: iedere lijn representeert een score. Zo heb je bijvoorbeeld (ongeveer) 200 punten bij 153 reps met 8kg, 91 reps met 10kg, 57 reps met 12kg of 37 reps met 14kg. Fysiek is het niet echt mogelijk om 153 herhalingen te doen in 10 minuten en twee goede fixaties per herhaling te hebben, terwijl 37 herhalingen dan wel weer vrij weinig is.

Ten slotte is er nog factor C. Deze wordt alleen gebruikt om de verschillende onderdelen met elkaar te vergelijken, en is dus alleen relevant voor de biatlon of eventuele triatlon.